donderdag 28 augustus 2014

30 jaar geleden

Het waren de donkere dagen, niet voor Kerst maar van de Koude Oorlog. We zaten er midden in. Wie ging er toen naar het 'Oostblok'? En wie weet nu nog dat we het toen over het 'Oostblok' hadden?

Eind oktober 1984 vloog ik voor het eerst over het 'IJzeren Gordijn' (ook zo'n begrip...) naar Praag. We hadden een late namiddag vlucht. Het was stil in het vliegtuig. Na ruim een uur landden we. En na nog eens ruim een uur konden we dan eindelijk voet in Praag zetten. De luchthaven was grauw-beige van kleur. De douane bruin-donkergroen. De spanning om te snijden. Bij voorbaat schuldig, maar je weet niet waaraan. Kafkaiaans. Maar we kwamen door de controle en werden opgehaald door een paar dappere Tsjechen in rammelende Skoda's en Trabantjes. Het regende. De ramen werden opengezet want de airco deed het niet of ontbrak en bovendien moest degene die voorin zat de ruitenwissers af en toe een tik geven. 


Dit was ik allemaal allang vergeten, dacht ik, maar toen ik vorig week voor het eerst sinds lang tijd (1994) weer in Praag kwam, plopten de herinneringen op als een lang gedacht slapende vulkaan die plotseling ontbrand. Wat is er enorm veel veranderd in twintig jaar. Neem alleen al de luchthaven. Geen ellenlange controles meer, althans bij aankomst. Een frisse, kleurrijke aankomsthal met een keur aan winkeltjes en restaurantjes. Hotelpersoneel met naamborden van gasten, gele airport-taxi's, grenswisselkantoren met een aanbod van valuta uit de hele wereld. Het lijkt Schiphol wel... 


1994 was ik voor het laatste in deze prachtige stad en toen waren de tekenen van een zich ontwikkelende toeristenindustrie en een toenemende welvaart al zichtbaar.  
Maar nu! Het historisch centrum is werkelijk schitterend opgeknapt. Het grauwe pleisterwerk heeft zijn oorspronkelijk kleuren weer, de trams glanzen in de zon, de vlaggen wapperen, de etalages zijn vol, reclameborden en toeristen domineren het straatbeeld. En toch is het geen Disneyland geworden waar ik bang voor was.


WC-juffrouw

 

De typerende bruinkoollucht is verdwenen, evenals de vaak penetrante lichaamslucht van veel Tsjechen. Deodorant was niet te krijgen of veel te duur dus dat namen we in die jaren mee, evenals sinaasappelen, panty's (brr) en wc-papier. Ook dat laatste was ik vergeten, dacht ik, totdat ik in een restaurant naar de wc moest. Er zat geen wc-juffrouw meer in blauw-witte schort bij wie je maximaal 2 gladde velletjes wc-papier kon kopen. Daar moest je het maar mee doen.Dit leidde uiteraard tot een drukke handel in papieren zakdoekjes van de ene wc naar de andere. 

En 's avonds is het licht nog steeds zacht-oranje waardoor er een sprookjesachtige sfeer hangt. Heel af en toe doorbroken door fel neon-verlichte etalages. Ondenkbaar in de jaren tachtig. Ook ondenkbaar: geen tot nauwelijks politie op straat. Wij moesten ons toentertijd elke dag melden op het politiekantoor en wisten dat we gevolgd werden door 'de man in de bruine jas'. Je legde je er bij neer. Je kon niet anders. Het systeem leek te goed georganiseerd en te sterk verankerd in de samenleving om 'onrechtvaardigheid' aan te vechten. En zo werkten de academisch geschoolde ouders van de studenten die we ontmoetten als archiefmedewerker, keukenhulp of schoonmaker in een ziekenhuis en zaten eigenaren van landgoederen in kleine flatjes omdat ze de pech hadden gehad 'in de verkeerde stand' geboren te zijn.

 

 

Skoda duwen

 

En toch. Natuurlijk is alles onvergelijkbaar veel beter dan 'voor de val van de Muur' in 1989. Zelfs met een McDonalds op het Wencelasplein. En toch. Ik miste iets. Het was allemaal te glad, te schoon. Voor alles moet je betalen, zelfs voor het 'Alchemisten-straatje of Gouden-straatje' achter de Burcht moet je door een dranghek en daarvoor moet je weer kronen neertellen. Ik miste de rommeligheid van het oude Praag, de onverschilligheid van het personeel in de winkels. De 'vieze lucht' miste ik af en toe ook. En zeker de lawaaierige Skoda's. En toen kwam 'het geluk' om de hoek kijken. Onze rit naar de luchthaven hebben we terug in een oude Skoda afgelegd, die niet harder kon dan 80 kilometer p/u, die we moesten opduwen om de motor aan de gang te krijgen en waarvan de ramen open bleven terwijl het regende. Geen airco!