zondag 15 november 2015

De barmhartigheid van Dulcinea


In de nieuwste roman van Abraham Yehoshua 'Het eerbetoon' draait het om grote thema's als 'schuld en boete', vergeving, barmhartigheid, schijn en werkelijkheid en de kracht van de verbeelding. Het is een rijke ideeënroman, traag geschreven, mysterieus tot aan het het surrealistische einde. Op de achterflap van het boek staat dat de thema's 'op indrukwekkende wijze vervlochten zijn met (...) de caritas romana en de reis van Don Quichot en Sancho Panza'. Hoe dan?

Jair Mozes, een Joodse filmregisseur op leeftijd reist naar Santiago di Compostella, waar de heilige Jacobus de Meerdere vereerd wordt, om een retrospectief van zijn vroegste films bij te wonen. Op zijn reis, zowel letterlijk als figuurlijk, wordt vergezeld door Ruth, zijn favoriete actrice. Op hun hotelkamer hangt een reproductie van de 'caritas romana'. Dit thema speelde een belangrijke rol in de film 'De weigering' en leidde uiteindelijk tot een breuk met de scenarioschrijver, vriend van Jair en geliefde van Ruth. 





De zeven werken van barmhartigheid


Het verhaal van de caritas romana is in 30 (nC) opgetekend door Valerius Maximus in zijn Facta et dicta memorabilia. Het beschrijft de geschiedenis van Cimon, een oude man die gevangen zit en stiekem door zijn dochter, Pero, de borst gegeven wordt om zo te voorkomen dat hij zal sterven van de honger. Twee van de zeven werken van barmhartigheid worden met dit verhaal verbeeld: het voeden van de hongerigen en het bezoeken van de gevangen. De werken van barmhartigheid zijn gebaseerd op Mattheus 25, 35-36: 'Ik had honger en gij hebt Mij te eten gegeven, Ik had dorst en gij hebt Mij te drinken gegeven, Ik was vreemdeling en gij hebt Mij opgenomen. Ik was naakt en gij hebt Mij gekleed, Ik was ziek en gij hebt Mij bezocht, Ik zat in de gevangenis en gij zijt tot Mij gekomen.'




Afgesneden van de oerbron


De verklaring voor de breuk tussen de filmregisseur en de scenarioschrijver komt pas tegen het einde van het boek. Sjaoel Trigano ontdekt dat hij bij het schrijven van het scenario voor de film onbewust contact heeft gemaakt met een eeuwenoude mythe. Dit vermogen om contact te maken met een oerbron staat hem vrijelijk ter beschikking. Door de scene op het laatste moment te schrappen voelt Trigano zich verraden door Ruth en Jair, afgesneden van de bron die zijn verbeelding voedt. Hij geeft de filmregisseur hiervan de schuld en is uit op wraak. Jair Mozes moet boete doen voor zijn hoogmoed. Hij is ver gekomen maar zal diep vallen. Met een retrospectief van zijn vroege films stort Trigano het verleden met bakken vol over de regisseur uit. Deze weet dan nog niet dat Trigano hier achter zit. Ook Ruth is daarvan niet op de hoogte.




Schuld en boete


Na een biecht bij een monnik in de kathedraal van Santiago di Compostella vat Mozes de wens op zijn vroegere scenarioschrijver te spreken en zich met hem te verzoenen. Hij is bereid boete te doen. In een confronterende ontmoeting eist Trigano van de regisseur dat deze zichzelf regisseert als de oude man die zich laaft aan de borst van de jonge vrouw. De caritas romana, de oermythe van barmhartigheid. De scene moet gefotografeerd worden als bewijs van daadwerkelijke boetedoening. Het is de zoon van de verongelukte cameraman Toledano die met Mozes naar Madrid gaat om daar de scene te fotograferen. Een vernederende scene voor een man die altijd aan de kant heeft gestaan en zich nooit, zoals een acteur, kwetsbaar heeft hoeven opstellen. Maar hij doet het. Hij geeft toe en geeft zich over.


Het sikje


In het laatste hoofdstuk komt dan alles samen. Is het werkelijkheid binnen de fictie, is het fictie binnen de fictie? Is het een droom? Een regisseur die een personage wordt. Een personage in een raamvertelling: een verhaal in een  verhaal. Jair wordt gewekt door de moeder van de monnik. Ze gaan op weg. Voor de derde maal. Maar niet voordat Mozes zijn sikje heeft afgeschoren... Weer is er een vrouw gevonden die bereid is om voor even Pero te spelen. Ze verlaten Madrid, de stad waar Jair op de Piazza d'Espagna het standbeeld van Don Quichot en Sancho Panza heeft bewonderd. En vanwaaruit de fotograaf naar Toledo is afgereisd om te zien waar zijn voorouders vandaan kwamen. In Toledo woonde ook de schrijver van Don Quichot.

In een oude Engels taxi die wordt bestuurd door een vriendelijke, vrolijke kleine man, belanden ze na een lange rit in een herberg. Hier worden de hongerigen 'gespijsd' en de dorstigen 'gelaaft'.



Don Quichot leeft...


Uiteindelijk komen ze bij een landhuis waar de kleine man zich ontpopt tot Sancho Panza en de heer des huizes Don Quichot blijkt te zijn. Ze worden gastvrij ontvangen door de 'ridder van de droevige figuur', die het opnam voor de onderdrukten, de behoeftigen en voor rechtvaardigheid. Hij stond aan de kant van de slachtoffers.Dat hij vaak miskleunde maakt hem juist zo onvergetelijk, zo menselijk. Hij leeft nog steeds voort in onze verbeelding en in onze werkelijkheid. Ook zijn muze Dulcinea blijkt in het landhuis te wonen. Zij is een stevige boerenvrouw die Jair Mozes, die hunkert naar boetedoening, de borst zal geven. En deze keer gaat allesgoed. De foto's worden gemaakt, de band tussen de twee rivalen kan hersteld worden.



Een eerbetoon aan de verbeelding


Op de laatste pagina vindt het wonder plaats. Een transformatie van een regisseur die alleen nog werkt op zijn automatische piloot, een 'automaat van de roem', die ook nog eens gebaseerd is op het werk van anderen, tot een kunstenaar waarin de verbeelding weer tot leven is gewekt. Het wonder van de 'ontvangen barmhartigheid'.
'...de vrouw glimlacht en knijpt in haar borst, en Mozes gelooft dat hij de eerste druppel melk al tussen zijn lippen voelt. De lauwwarme melk, sterke moedermelk, met een geheimzinnige zoete smaak(..). Dit is dus de fantasie. De verbeelding waar k zo naar verlangd heb, keert naar me terug, bedenkt hij met vreugde. Ik zuig haar rechtstreeks naar de kamers van mijn hart, tegen de werkelijkheid die ons verstikt. En mijn hart is immers in orde(...). In dat geval is dit eigenlijk mijn echte retrospectief,...'

'Het eerbetoon' is een eerbetoon aan de verbeelding, een eerbetoon aan de fantasie tegen de verstikkende werkelijkheid. 











l