Op zoek naar een bierlokaal in Praag , waar ik in de jaren
tachtig van de vorige eeuw een regelmatige bezoeker was, stuitten we onverwacht
op de Cyrillius en Methodius Kathedraal. Een Praagse ‘hot spot’, ook buiten de
grenzen van Tsjechië beroemd door ‘HhhH, Himmlers hersens heten Heydrich’, het
boek van Laurent Binet over de aanslag op Heydrich in het Praag van juni 1942.
De kerk waar de moordenaars zich in die juni-maand dood vochten tegen een
overmacht aan nazi’s, ligt op de hoek van de Resslova (9a) en de Kremencova in Nové
Mesto (de Nieuwe Stad). Kom je vanaf de Kremencova dan valt pas achteraf het torentje met het orthodoxe kruis op. De entree van de kerk ligt aan een bordes hoog boven straatniveau en het
eerste wat je ziet, als je niet met je hoofd in de wolken loopt, is dan ook de deur die leidt naar het museum en de ‘graftombe’ voor de aanslagplegers
op Heinrich Heydrich.
We waren te laat om een bezoek te brengen aan ‘Het nationaal
monument voor de helden van de Heydrich-terreur. Een plek van verzoening’,
zoals de ‘Crypte’ officieel heet. Het café tegenover de Kathedraal was nog wel
open. Een goede plek, zo dachten we, om ons voor te bereiden op een aanstaand bezoek
aan de Crypte. En inderdaad, het hele cafe is gewijd aan ‘de aanslag van juni
1942’. Bij binnenkomst valt je oog meteen op de grote zwart-wit foto’s van
Praag ten tijde van de Tweede Wereldoorlog. Foto’s die inzoomen op de periode
van Heinrich Heydrich als ‘Reichsprotector’ van toenmalig Tsjecho-Slowakije, de
aanslag op Heydrich in juni 1942 en de verschrikkelijk gevolgen. Helaas bleek
het publiek die middag vooral te bestaan uit motorrijders die niet zaten te
wachten op twee ‘dames’ uit Nederland.
De geschiedenis heeft vertellers nodig. Laurent Binet heeft
met zijn boek HhhH, voor de niet-Tsjech, het stof van een belangrijke episode uit de Tweede Wereldoorlog
geblazen. Het voorwerk was al verricht door bisschop Gorazd van de Cyrilus en
Methodius Kathedraal. Hij slaagde er uiteindelijk in om na 1989 president
Vaclav Havel te interesseren voor de geschiedenis van de Crypte en er een
nationaal monument van te maken ‘ter herdenking van de slachtoffers van het verzet
en ter verering van de helden die bij de aanslag op Heydrich zijn omgekomen’.
Op het bordes van de kathedraal staat een pilaar met 294 namen van mensen die
na de aanslag door de nazi’s zijn opgepakt en vergast in Mauthausen.
Een dag later zijn we terug bij de Kathedraal om het museum
en de Crypte te bezoeken. HhhH had mij nieuwsgierig gemaakt naar de plek waar
de ‘de zeven overgebleven strijders van Operatie Anthropoid’ zo wanhopig
tevergeefs vochten voor hun leven. Ik vroeg me af of het zien en ervaren van de
plek nog iets zou kunnen toevoegen aan het verhaal van Laurent Binet. Ik had verwacht vele geestverwanten aan te treffen met het boek van Binet onder de arm. Maar nee, slechts een paar jonge mensen deelden het museum met ons.
“Vanaf het moment dat
de SS een tweede toegangsweg heeft en er bovendien gevaar dreigt vanuit het
luchtgat begrijpen de parachutisten dat het einde nabij is. Ze weten dat ze
eraan gaan(…). Pannwitz geeft het bevel tot een nieuwe aanvalsgolf via de
hoofdingang terwijl er granaten in de crypte gegooid worden(…). De verwarring
is compleet, dit is Fort Alamo, en het duurt en het duurt maar, er komt geen
einde aan, het komt van alle kanten, via het luik, via de trap, via het
luchtgat, en terwijl de granaten in het water vallen en niet ontploffen, legen
de vier mannen hun patroonhouders op alles wat beweegt.”
Het museum is als het ware de ouverture voor de entree tot
de Crypte. De foto’s, geweren, helmen, informatieve tekstborden (in het Engels),
maar vooral de filmbeelden voegen iets tastbaars en zichtbaars toe aan het boek van Binet. Je
weet nu zeker dat HhhH geen gewone roman is maar een oprechte poging van Binet
om een stuk geschiedenis te reconstrueren aan de hand van feiten en met behulp
van zijn verbeelding. Het zien van een ‘bewegende Heydrich’ die op het plein voor de
Burcht een parade afneemt is een schokkende ervaring. Evenals de beelden van
zijn begrafenis waarbij Hitler in beeld komt en heel wat bekende
nazi-kopstukken zichtbaar aanwezig (en geëmotioneerd ) zijn.
Voordat je eraan toe bent om
daadwerkelijk de Crypte te betreden word je eerst nog geconfronteerd met een
indrukwekkende brede bruin-bronzen toegangsdeur (in 2013 geplaatst). De tekst
naast de deur wijst erop dat er voor de vier parachutisten geen weg terug was
toen ze besloten zich te verschansen in de Cryte onder de Kathedraal. Hun
besluit was ‘vrijwillig’ maar onomkeerbaar. Wij kunnen terug.
“Ze zijn aan hun
laatste patroonhouder toe(…). De vier hebben geen behoefte om te praten. Gabcik en zijn vriend Valcik glimlachten
naar elkaar, ik ben er zeker van, ik zie het voor me. Ze weten dat ze goed
gevochten hebben. Het is twaalf uur als vier doffe knallen door het tumult van
de wapens heen dringen, dat onmiddellijk stopt. Over Praag valt opnieuw een
stilte, als de lijkwade van stof(…). Het is voorbij. Vier lichamen drijven in
het water, de lichamen van Gabcik, Valcik, Svrac en Hruby, gedood door eigen
hand om niet in handen van de vijand te vallen(…). Het is twaalf uur,
achthonderd SS’ers hebben er bijna acht uur voor nodig gehad om met zeven
mannen af te rekenen.” (HhhH, vijfde
druk april 2011)
We zijn op het moment van binnentreden de enige bezoekers in
de Crypte. Het is er kil. Bij de ‘graven’ staan foto’s en liggen verse bloemen.
Het luchtgat is duidelijk zichtbaar, evenals de trap die leidt naar het altaar
in de kerk. De ruimte is groter dan ik me had voorgesteld en lichter. Hij ziet
er bijna ‘feestelijk’ uit, als een ondergrondse bierkelder waar je voor je
plezier ’s avonds nog even iets gaat drinken met je vrienden. Maar doe je ogen
dicht en de kou is voelbaar. Je kan je zo goed voorstellen hoe het geweest
moet zijn om tot je knieën in het water de dagen en de nachten door te komen. Als ratten in
de val.
De plek zelf en de verbeelding van
Binet versterken elkaar hier. De geschiedenis heeft vertellers nodig en
verbeelders. Maar het is ook van groot belang dat we ons materieel historisch
erfgoed koesteren om het verhaal kracht bij te zetten. Dat we het kunnen
aanraken, opsnuiven, er door heen kunnen lopen. Zodat wij de moed van hen die in
verzet durfden te komen tegen het onrecht niet vergeten.
Het museum heeft een klein winkeltje. Door het informatieve gidsje
aan te schaffen draag je bij aan de onderhoudskosten van deze unieke plek in
Praag. De hippe orthodoxe priester met sikje die achter de kassa zit, is erg blij met mijn
aankopen en wijst ons nog op het café tegenover de kerk. Een verwijzing van een
priester sla je natuurlijk niet in de wind en we gaan alsnog wat drinken in het
nu heel rustige café.