dinsdag 7 april 2015

'The passion' in de beeldende kunst


Pasen, het feest van de opstanding. Een feest zonder beelden in de kunstgeschiedenis. Zoveel voorstellingen als er  zijn van de lijdende christus, stervend aan het kruis ('The Passion 2015'), zo weinig zijn er van christus die opstaat uit de dood. De moderne kunst lijkt hier geen raad mee te weten. Ook in de evangeliën zijn er geen ooggetuigen van de opstanding. Hier dus geen beeldende beschrijvingen. Het bewijs volgt achteraf in ontmoetingen met Maria Magdalena, de Emmaüsgangers en  met Thomas (eerst zien dan geloven...). Wanneer is men in de beeldende kunst de opstanding, de kern van het Paasfeest, gaan afbeelden?

Met de kruisvlag hoog in top


In het eerste millennium van onze jaartelling ontbreken voorstellingen van de 'verrijzenis'. Net als in onze eeuw. 'Gelukkig zijn zij die niet zien en toch geloven'. Pas ten tijde van de Gotiek en de Renaissance werd het een thema in de kunstgeschiedenis. Jezus stapt als een overwinnaar, met de kruisvlag hoog in top, uit zijn graf. Het kruis was lange tijd een teken van triomf van het leven op de dood. Het lijden en het overwinnen kwamen samen in de symboliek van het kruis. 
Een hoogtepunt is de de beroemde wandschildering die Piero della Francesca (1460-1463) in Sansepolcro van de opstanding maakte. Jezus als een klassieke held die de dood heeft overwonnen. De ideale renaissancemens.

Opstanding en Hemelvaart verbonden


Begin 16de eeuw veranderd dit beeld. Er is geen sprake meer van triomf. Het kruisbeeld is veranderd in een symbool van lijden en smart. De zin van dit lijden moet nog geopenbaard worden in de opstanding. Een hoogtepunt en voorbeeld voor latere generaties is in dit verband het Isenheimeraltaar (1511-1515) van Mattias Grunewald in Colmar. Op het altaar staat christus niet op uit zijn graf maar zweeft hij er bovenuit, omgeven door een fel-oranje-rode zon die midden in de nacht verschijnt, met een lijkwade in mysterieus blauw-wit licht. Grunewald verbindt hier de verrijzenis met de hemelvaart. Dit type 'verrijzenis' wordt in de Barok (17de - 18de eeuw) overheersend.

Het mysterie is weer terug



In de 19de eeuw had men genoeg van het barokke theater. Er is geen nieuwe standaard meer voor de opstanding. Slechts een enkele expressionist waagt zich er nog aan, zoals bijvoorbeeld Emil Nolde. In deze periode keert de hang naar het mysterie terug. Het niet verbeelden, maar geloven. Dit wordt vooral zichtbaar in het werk van Maurice Denis (1870-1943), oprichter van de kunstenaarsgroep 'Nabis' (profeten). Denis streefde ernaar om het alledaagse leven, de zichtbare natuur, te heiligen. Dit komt ook naar voren in zijn interpretatie van de opstanding. Zijn meest tot de verbeelding sprekende werk is in dit verband Matinée des Paques uit 1894. Zijn stijl, de golvende lijnen, is ontleend aan de symbolisten en de art nouveau. En het is vooral deze lijn en het lichtend kleurgebruik die bijdragen aan de indruk dat voor Denis Pasen een visioen is voor wie dat kan of wil zien. De fysieke opstanding laat Denis buiten beeld. 

Ook de opstanding als evenment



Met de erfenis van Maurice Denis is in onze tijd weinig gebeurd. Kruis en opstanding raken vervreemd van elkaar. Het kruis wordt een maatschappelijk symbool voor lijden en onrecht in de wereld. De opstanding wordt vooral gevierd in de kerken. Met een paasnacht-liturgie waarbij kaarsen weer licht in de duisternis brengen. De opstanding als een 'evenement'. Je 'moet' het beleven. Geheel passend in onze tijd. 
Uitzonderingen zijn bijvoorbeeld Bill Viola, videokunstenaar, die de opstanding (Emergence 2002) verbeeld als een eeuwig durende cirkelgang waarin leven en dood elkaar opvolgen. Zelf vind ik het werk van Aad de Haas (te zien in Wahlwiller in Zuid-Limburg) heel indrukwekkend. Hij schilderde van 1946-1947 een kruiswegstatie voor de Sint Cunibertusparochie. Zijn statie bestaat uit zestien delen in plaats van de gebruikelijke veertien. Zo heeft hij er ook het verraad van Judas aan toegevoegd en de opstanding.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten